Het is een mooie zomerdag.
Ik wist niet weer wat te doen.
Mijn vrienden weg
En geen geld .
Wist ik niet wat te doen.
Mijn moeder riep ga toch mee.
Maar ik vond dat geen goed idee.
De verrasing komt vanzelf.
Mijn vrienden komen wel.
Ik weet zeker straks gaat de bel.
Het leven begon daar
Ja ik kon niet langer wachten
op vrienden die op mij wachten.
Lekker samen dingen doen.
Maar ik was te verlegen
Nie nie niemand op mij wachten.
Na al die nachten.
Ik wil nu weg.
Want ik heb zoveel pech.
Maar ik moet blijven.
Ja ik moet blijven
ja ik moet blijven
jah jah.
Iemand achter mij.
Ik weet niet wie dat was .
O wie kon het zien.
Ik draaide mij om.
En daar stond een jongen.
Ik wist niet wie het was.
Hij vroeg wie ik was.
Hij heette Omar.
Ja ik heb nu leuke dagen.
Met die leuke gast.
Maar ik kon niet langer wachten
op vrienden die op mij wachten
Lekker samen dingen doen
Maar ik was te verlegen
Nie nie niemand op mij wachten
Na aldie nachten
Ik wil nu weg.
Want ik heb zoveel pech.
Maar ik moet blijven
Ja ik moet blijven
Ja ik meot echt blijven.
Ik moet echt blijven
Omar was zo aardig.
Maar ik moest gaan.
We zeiden tegen elkaar
Tot ooit weer.
En nu ben ik niet blij meer .
Maar ik kon niet langer wachten
op vrienden die op mij wachten
Lekker samen dingen doen
Maar ik was te verlegen.
Nie nie niemand op mij wachten.
Na al di nachten
Ik wil nu weg.
Want ik heb zoveel pech
Maar ik moet blijven.
Ja ik moet echt blijven
Ik moet echt blijven.